Bezorgd om haar schoonvader Saburo, die alleen woont, beginnen Naruse en zijn vrouw samen te wonen. Kokomi is echt gelukkig om bij hem te wonen en waardeert Saburo alsof hij haar biologische vader is. De ruzies tussen Kokomi en Kazuaki worden eindeloos, en Kokomi's verdriet stapelt zich op. Op een nacht, na een ruzie met Kazuaki, stormt Kokomi de slaapkamer uit en zoekt de warmte van Saburo, die altijd aan haar zijde staat en haar troost, naast hun vader-dochter relatie.